19 mrt Mijn vrouwelijke rolmodellen
Op het moment dat deze foto van mijn twee vrouwelijke rolmodellen werd genomen – zo ergens eind jaren vijftig – was er in België nog geen sprake van vrouwendag. Op die dag was het voor ons land nog wachten tot 1972, ongeveer zestig jaar nadat internationale vrouwendag tot stand kwam.
Wat ik vandaag allemaal zo evident vind, was dat helemaal niet in de tijd dat deze twee vrouwen leefden. Net daarom zijn zij mijn vrouwelijke rolmodellen op alle dagen van het jaar.
Gescheiden moeder in de jaren dertig.
Mijn marraine – Eliza Vandermeulen- werd geboren in 1909 in een gezin van 10 kinderen. Haar kinderjaren tijdens de Grote Oorlog, waren ongetwijfeld minder onbezonnen dan de mijne. Ze trouwde op vrij jonge leeftijd. Op haar 23ste werd ze moeder. Op die leeftijd mocht ik nog een extra jaar bijstuderen in Leuven.
Haar huwelijk liep spaak. Haar man vertrok naar Frankrijk en daar stond ze dan als alleenstaande moeder, eind jaren dertig. Van een alimentatievergoeding was geen sprake en kindergeld was nog niet uitgevonden. Zonder stemrecht zou er op korte termijn ook weinig veranderen. Wereldoorlog II moest nog losbarsten.
Marraine bleef niet bij de pakken zitten. Ze ging “in dienst” bij een begoede familie. Met het boek Van Diane De Keyser, “Madame est servie”, heb ik een beeld van hoe haar leven er toen zo ongeveer moet hebben uitgezien. Wat ik nog herinner is dat Eliza kon koken als de beste. Haar bescheiden rijhuisje zonder badkamer blonk als een spiegel. Dat mag je letterlijk nemen want als kind schaatste ik op kousen op haar geboende vloer.
Eliza inspireert mij omdat ze nooit klaagde. Ook niet als ze borstkanker kreeg, eind jaren zestig. Met haar vastberadenheid en de radiotherapie die toen nog in de kinderschoenen stond, overwon ze de ziekte. Van haar heb ik geleerd dat opgeven geen optie is, ook al zit het soms serieus tegen.
Nooit te laat om je loopbaan te starten.
Toen mijn moeder – Nini Fils- huwde in 1956 had ze tenminste al stemrecht. En, hoera! met de wet van 1958 moest ze in theorie haar echtgenoot zelfs niet meer gehoorzamen. Ze mocht zowaar zelf beslissingen nemen, bijvoorbeeld over haar werk. Alleen was toen werken in feite een mannenzaak. Als gehuwde vrouw was je doel van je huis een plaats van vrede en orde te maken waar je man zijn lichaam en geest kon heropladen. Ik word opstandig bij het lezen van het huwelijksadvies dat in de jaren vijftig verspreid werd.
Een kleine bloemlezing van wat je moest doen als je man thuis kwam van zijn werk:
Ik kan me ook nauwelijks voorstellen dat het nog tot 1976 duurde, ik was toen al 11 jaar, tot mijn moeder het recht kreeg om een zichtrekening te openen zonder toestemming van mijn vader.
Ik denk dat mijn moeder stiekem blij was dat de schoenmakerij van mijn vader begon terug te lopen met de opkomst van de plastic zolen eind jaren zestig. Toen de zaak werd gesloten verhuisden mijn ouders naar haar geliefde Mechelen en dankzij de crisis begin jaren zeventig kreeg zij de kans om haar droomjob uit te oefenen. Op haar 37ste werd ze gerante van een droogkuis. Haar communicatieve en sociale vaardigheden – ik kon met mammie niet op straat komen of we liepen altijd wel iemand bekend tegen het lijf – kwamen hier tot hun volle recht. Ik bewonder nog steeds haar ongedwongen vermogen om te netwerken, een vaardigheid die mij altijd meer moeite heeft gekost. Van haar leerde ik dat het nooit te laat is om je dromen waar te maken.
Begin jaren tachtig waren de hoogdagen van een luxe droogkuis echter voorbij. De wegwerpmaatschappij, waar goedkope kledij niet werd gestoomd maar werd vervangen door nieuwe, kondigde zich aan.
Het moet haar pijn gedaan hebben de winkel te sluiten. Maar daar liet ze niet veel van merken. Net zoals mijn marraine was ze wendbaar. Om mij de kans te geven verder te studeren was ze bereid om een job als schoonmaakster aan te vatten. Dat deed ze met enthousiasme en fierheid.
Mijn vrouwelijke rolmodellen waren sterk en lieten zich niet zomaar tegenhouden door hun toegemeten plaats in de maatschappij. Zij stimuleerden mij om dingen te proberen, het beste van mijzelf te geven en niet te zagen als het al eens tegen zat.
Er is nog steeds een weg te gaan voor vrouwelijk leiderschap en voor diversiteit in al zijn vormen.
Als ik denk aan de snelheid waarmee veranderingen en innovaties tegenwoordig hun intrede doen, dan deel ik het optimisme van mijn vrouwelijke rolmodellen. Uiteindelijk krijgen we gelijkheid en hoeven we internationale vrouwendag niet meer te vieren.
Lea Vrins
Geplaatst op 15:02h, 27 maartHeel herkenbaar,ik ben geboren in 1936. Ik was een van de weinige meisjes die de kans kreeg om verder te studeren.Er was weinig keuze,verpleegster,onderwijzeres of regentes.Om naar de universiteit te gaan moest je van “goede huize” zijn
Sylvie Floryn
Geplaatst op 11:26h, 31 maartBedankt voor je reactie Lea. Doet me heel veel plezier dat wat ik ooit heb opgepikt als kind en tiener ook herkenbaar is voor iemand die het écht heeft meegemaakt. Als ik zie dat jij actief bent op blogs, dan kan ik me voorstellen dat jij ook een vrouwelijk rolmodel bent:).